Van Gouden Stad naar Eetbare Stad
Een persoonlijke mening uit de Sprekershoek van Cees van de Ven
Van Gouden Stad naar Eetbare Stad
In het kader van het voortgang proces Winkelhart/Kernwinkelgebied is door de STOKK een masterplan ingediend bij het College van Burgemeester en Wethouders van Loon op Zand. Het plan heeft de titel meegekregen “Kaatsheuvel Kookstad Stamtafel van Midden Brabant”. De vraag is hebben wij hier te maken met een groots vergezicht inzake de toekomst van Kaatsheuvel? Terwijl het College zich hierover beraadt, lijkt het mij interessant genoeg om, zonder veel meer te weten over het masterplan dan de werktitel, deze materie eens vanuit historisch perspectief te bekijken.
“De gouden Stad”
Direct na de Tweede Wereldoorlog gonsde het overal in Kaatsheuvel van activiteiten. In kleine en middelgrote fabriekjes werden schoenen geproduceerd. De meeste schoenen werden echter op creatieve wijze gemaakt in thuisnijverheid. Achter talloze woningen stonden hokjes en schuurtjes, waar lange werkdagen werden gemaakt. De Kaatsheuvelse schoenmakers stonden bekend als voortreffelijke handwerkvaklui. Met beperkte technische middelen en weinig kosten fabriceerden zij mooie schoenen. Het geld kwam dan ook met bakken tegelijk binnen. Niet voor niets werd Kaatsheuvel destijds aangeduid als “De Gouden Stad”. Zo vlot als het geld werd verdiend, werd het ook weer aan consumptieve doelen uitgegeven. Sparen was niet hun sterkste kant en het begrip innovatie moest nog worden uitgevonden.
“De Efteling”
Nog voordat de schoenindustrie over haar hoogtepunt heen was zag visionair Burgemeester van der Heijden in zijn gemeente het gevaar van die eenzijdige werkgelegenheid. Het gemeentebestuur gebruikte handig de “Internatonale Tentoonstelling De Schoen 49” als opstapje om het regionaal bekend staande sportpark met speeltuin uit te bouwen met een sprookjesbos. Mede door de creatieve instelling van de Kaatsheuvelse bevolking was het, tijdens de teloorgang van de schoenindustrie, niet moeilijk om de werkgelegenheid bijna geruisloos over te laten gaan naar werk in de recreatieve sfeer bij De Efteling en haar vele toeleveringsbedrijven.
“Keukenboulevard”
Ook het bedrijfsleven kende echter haar visionairs. Voorbeeld daarvan is Ben Mandemakers. In de jaren zestig begonnen in de varkensstal van zijn vader, ontwikkelde hij in betrekkelijk korte tijd zijn keukenimperium. In de kielzog van Mandemakers zochten daarna ook andere keukenboeren hun emplooi in Kaatsheuvel. De keukenboulevard heeft daardoor een meer dan landelijke bekendheid gekregen. Het lijkt dan ook een logische stap de keukenboulevard verder uit te bouwen tot “Kaatsheuvel Kookstad”. Als het echter alleen gaat om een veredelde Blokker met kookstudio, en deze toe te voegen aan de vele keukenbedrijven. Dan is het plan veel te mager.
Gunstig perspectief
Laten we eens uitgaan van het aansprekend toekomstbeeld dat Kaatsheuvel heeft. Met veel toeristische activiteiten en een werklustige en creatieve bevolking. Met plaatselijke ondernemers die samen bezig zijn het winkelhart/kernwinkelgebied serieus op te tuigen. Binnen afzienbare tijd komt “Het Bruisend Dorpshart” gereed, en op Den Horst zijn plannen voor nieuwe hotelaccommodaties. Ook komen er steeds meer bed & breakfast mogelijkheden. Tellen we daarbij op de drang naar een duurzame samenleving, waarin leven in balans met de omgeving steeds meer centraal komt te staan. Allemaal ingrediënten die de basis vormen en het mogelijk maken dat Kaatsheuvel zich bijzonder kan onderscheiden. Dus is het kansrijk om een allesomvattend plan te ontwikkelen waar de gehele gemeenschap bij betrokken is en profijt van kan hebben.
“De Eetbare stad”
Om in sprookjessfeer van Hans en Grietje te blijven, noemen we het nieuwe plan “Kaatsheuvel de Eetbare Stad”. Een begrip voor bijzonder lekker en verzorgd eten. Niet alleen waar het gaat over de culinaire hoogstandjes van “Sterrenstaurant De Molen”. Ook de gehaktbal in een cafetaria zal aan die Kaatsheuvelse kwaliteit moeten voldoen. Producten die komen uit de directe omgeving hebben in de keuken een belangrijke meerwaarde. Reden om de agrarische sector uit te dagen deze producten te leveren. Dus niet meer dieren gaan houden, maar in de plaats daarvan minstens een deel van de melk zelf verwerken tot een hoogwaardig eindproduct. Dat geeft ook de mogelijkheid om overbodig geworden maïsland om te zetten voor het verbouwen van groenten. Tussen de bestaande supermarkten past natuurlijk ook een Biologische EkoPlaza-winkel. Wat de bestaande winkels niet behoeft te weerhouden hun assortiment aan te passen aan de nieuwe eetgewoonten in Kaatsheuvel.
Certificering
Deze allesomvattend visie vraagt om een goede organisatie. Om wildgroei te voorkomen is het nodig dat er een certificering wordt ontwikkeld. Bedrijven die mee willen werken zullen de mogelijkheid moet krijgen zich te trainen in de vereiste bekwaamheid. De eerder genoemde kookstudio kan daarvoor een uitstekend instrument zijn. Evenals jaarlijks een Micro-show organiseren om bedrijven de mogelijkheid te geven onderling te laten zien tot welke prestaties zij in staat zijn. Van het gemeentebestuur mag in deze een dienend leiderschap verwacht worden, dat steeds op zoek is naar visie, durf en daadkracht. Om dat aansprekend toekomstbeeld vorm te geven, kunnen ze beginnen met het organiseren van een “Internationale Festival Kaatsheuvel de Eetbare stad”.
Cees van de Ven, tot maart 2014 gemeenteraadslid voor Pro3 Loon op Zand.
(cartoon van G84 Tuin- en landschapsarchitectuur, Amersfoort)
Om spam tegen te gaan graag vragen, opmerkingen of commentaar mailen naar